Zo sterk en zwak als een grasspriet.
Heer,
soms voel ik me als een grasspriet,
zo sterk en zo zwak.
Als een grasspriet,
zo sterk,
die door een laag grauwe asfalt breekt.
Dan voel ik een kracht over me neerdalen als een duif,
dan kan ik bergen verzetten
en tekens van hoop en liefde zaaien.
Maar soms, Heer,
voel ik me als een grasspriet,
zo zwak,
die vertrapt wordt
en zich laat neerhangen.
Dan voel ik me alleen en triest
en blijf ik als een eenzame klager
achter in de woestijn.
En ergens in de dorre woestijn,
ergens raken mijn diepste wortels, telkens weer,
een bruisende waterlaag aan.
Ik voel nu levend sap stromen door mijn lichaam.
Ik hoor zachtjes een stemmetje in me fluisteren:
"Ik laat je niet los,
Ik ben bij je."
Dat te weten, Heer,
maakt me gelukkig,
want telkens ik me woestijn voel,
antwoord Je en maak Je me oase;
en telkens ik me oase voel,
vraag Je en laat je me de woestijn zien.
Jos Collaer