De overkant
Dries,
Je hebt een boot te vroeg genomen naar de overkant.
En wij blijven hier achter op de kade
met onbegrip,
met vragen,
met een gemis,
met een lege stoel, …
Dries,
je bent gaan varen met de boot
naar een overkant,
waarvan wij niet weten hoe hij eruit ziet.
Alleen voel ik
dat er hier op aarde een God is,
die me graag ziet
en die ook jou graag ziet.
Daarom ben ik er gerust in, Dries.
Zo’n God laat het mooie in jou
niet zomaar stuk gaan.
Alleen de tempel van je lichaam
waarin je hier op aarde leefde,
is er niet meer.
Ik voel het, Dries,
God staat reeds op jou te wachten
op die onbekende kade van de overkant,
waar Hij jou zal omarmen met Zijn liefde.
Jos Collaer