Liefdesverdriet
Als een wuivende palm
stond jij daar,
met je slanke silhouet
in de rood ondergaande zon
uitnodigend naar me te zwaaien.
Een lange weg scheidde ons nog van elkaar,
maar ik wist zeker
dat jij het eindpunt was
van mijn reisdoel.
Maar spoedig verdween de zon
in een diepe nacht.
Eenzaam en uitzichtloos
slenterde ik verder.
Enkel de droom
hield de hoop in me wakker.
Het werd dag en de zon
schitterde zo verblindend
dat ik niet meer voor me kon uitkijken
naar een verre toekomst.
Ik zag enkel
hetgeen passeerde
in de schaduw van mijn voeten.
Nu hoop ik
dat het weldra weer avond wordt
en ik weer een zacht wiegend bloemetje
zal ontdekken aan de roodgloeiende horizon
en dat ik haar in mijn armen zal kunnen omsluiten
en teder mag verwarmen.
Dan zullen we samen gaan op ongekende paden
en elkaar verder dragen in liefde
tot in eeuwigheid.
Jos Collaer.